Volgens Marx was religie opium van het volk. Je hoort vaak spreken over “opium voor het volk”, maar dat is niet hoe Marx het zei. Hij zag de gelovigen niet als willoze slachtoffers van een illusie, maar als mensen die zelf kozen voor een vorm van verdoving. En al die leerstellingen en rituelen leidden volgens hem af van waar het werkelijk om ging, de bestrijding van uitbuiting, armoede en ellende.

Nu was Marx, in ieder geval in naam, nog protestant. Inmiddels is het oordeel van velen over de kerk en over godsdienst alleen maar harder geworden. Ik ontmoet regelmatig aardige mensen die religie niet alleen tijdverspilling vinden, maar zelfs strijdig met ware spiritualiteit. Als je werkelijk wilt groeien, dan zou je volgens hen moeten beginnen dáár maar eens afstand van te nemen. Vreemd genoeg hebben ze dan wel vaak grote belangstelling voor bijvoorbeeld de katharen en bepaalde oosterse godsdiensten.

Als we eerlijk zijn, weten we wel hoe het zover is gekomen. Marx had niet helemaal ongelijk. Religie kan worden misbruikt om weg te kijken van sociale problemen en kan zelfs bijdragen aan die problemen. Religie kan soms behoorlijk in zichzelf gekeerd zijn en de relatie met het leven van alledag is lang niet altijd duidelijk. Daar komt nog bij dat de organisatie eromheen haar eigen oerwoud van geschreven en ongeschreven regels kent, die vaak bedoeld lijken om een bepaalde status quo te handhaven. Dus waarom kiezen voor een kerk als je ook in je eentje spiritueel kunt zijn, of in een groep van gelijkgezinde anti-kerkelijken?

Mooie beloften

Maar als we eerlijk zijn, moeten we óók bedenken dat Marx een hele beperkte definitie van religie gebruikte. Hij doelde dan vooral op beloften zoals een leven na de dood, die de mens in dit leven lui zouden maken om iets aan hun situatie te doen. Terwijl de bijbel ook genoeg verhalen bevat die ons juist aanmoedigen ons te ontworstelen aan onderdrukking en slavernij.

Tegelijk is buiten de kerk de behoefte aan en het aanbod van illusies er niet minder om. De boekhandels staan vol met boeken over geluk, positief denken, optimale gezondheid, enz. Allerlei vaak valse claims worden kritiekloos aangenomen. Voor vele anderen heeft de wetenschap de plaats van religie ingenomen, en dat terwijl echte wetenschap eigenlijk nooit beloftes doet. Toch verwachten velen het daar nu van.

Als we dit alles overzien, slaat de wijzer nog niet duidelijk uit in het voordeel van religie of geen religie. Aan beide zijden tref je mensen die zich ergens aan vast klampen en de ander wantrouwen. Ook aan beide zijden tref je mensen die zichzelf denken te kunnen bevrijden door een bepaald systeem te volgen, desnoods een systeem dat ze zelf hebben uitgevonden.

Totale afhankelijkheid en totale onafhankelijkheid– het zijn volgens mij allebei valkuilen. Daarom ben ik zo blij dat onze lezingen van vandaag driemaal een goede middenweg bieden. Of, beter gezegd, ze combineren het beste van twee werelden.

Tijdloze wijsheid

In Spreuken gaat het over het niet zomaar weggooien van wijze lessen uit het verleden. De kerk kent zeker gebreken, maar is tegelijkertijd een schatkamer van wijsheid. Een paar keer zegt de schrijver van Spreuken “steun niet op eigen inzicht”, maar ook wordt het hart nadrukkelijk een paar keer genoemd. Met andere woorden: geloof alleen wat je met je hart kunt geloven. Houd het bij een eenvoudig vertrouwen op de Heer. Heb ontzag voor Hem en voor wat je niet begrijpt en ga het kwaad uit de weg. Opvallend is dat er staat dat dit zelfs je lichaam zal verkwikken, oftewel nieuwe energie geeft!

Sociaal evenwicht

Dan de brief aan de Korintiërs – daar gaat het over die sociale kant, die volgens Marx zo vaak wordt vergeten. Het klinkt bijna revolutionair: “er wordt niet verwacht dat u geeft van wat u niet heeft”. Het is de bedoeling dat vooral mensen met veel middelen, geven. Twee keer wordt het woord “evenwicht” genoemd. Het eindresultaat is: Hij die meer had, had niet teveel, hij die minder had, had niet te weinig. Een bijzondere uitspraak, om te erkennen dat mensen ook te veel kunnen hebben. Behoorlijk maatschappij-kritisch, zo komt het op mij over. Vooral ook omdat Paulus erbij zegt dat een betere verdeling van middelen in ieders belang is. Het gaat hier dus niet alleen om vroomheid en liefdadigheid. Het is noodzaak dat er iets verandert.

Afhankelijk van de Onafhankelijkheid zelf

En tot slot ontvingen we vandaag twee verhalen over genezingen. Een heel ander onderwerp natuurlijk, maar ook hier zien we hoe de twee tegenovergestelde valkuilen worden vermeden. Totale afhankelijkheid en totale onafhankelijkheid. Een leider van de synagoge, die dus wel het één en ander wist van religie, maakt zich afhankelijk van een rondtrekkende leraar wanneer zijn dochter op sterven ligt. Wie echt wanhopig is, of echt liefdevol, houdt zich helemaal niet bezig met (de details van) religies of leerstellingen. Een groot deel van de tegenstellingen tussen het ene en het andere geloof, tussen religieus en spiritueel, verdwijnt.

Als aan het eind de situatie nog ernstiger wordt en het kind volgens enkele boodschappers overleden is, dan is het eerste wat Jezus zegt: wees niet bang, maar blijf geloven. Jezus stelt zich volstrekt onafhankelijk op, ook wanneer hij volhoudt dat het kind niet dood is, maar slaapt en hij vervolgens wordt uitgelachen. De meeste mensen, binnen en buiten de kerk, zijn geneigd iets aan te nemen wanneer de meerderheid zo denkt. Maar Jezus stuurt al die rouwende mensen gewoon weg, ook al is hij de enige met die overtuiging.

Ook ons geloof hoeft niet te bezwijken onder de twijfel en de spot van anderen. Onder wat het meeste voor de hand zou liggen. Laat dan de meerderheid achteraf maar met stomheid geslagen zijn.

Het medicijn nemen

Ook bijzonder is dat zich in het centrum van dit verhaal nog een ander verhaal afspeelt, dat van een onafhankelijke vrouw die besloot goed voor zichzelf te zorgen. Dat ‘goed voor jezelf zorgen’ is trouwens ook wat in Spreuken 3:8 is vertaald met het woord “medicijn”. En dat klopt ook met een medicijn: Je bent ervan afhankelijk, maar je neemt het wel zelf.

En in één klap was deze vrouw door haar geloof verlost van haar afhankelijkheid van allerlei artsen die wel aan haar verdienden, haar hele vermogen zelfs, maar niets voor haar konden betekenen, behalve verdere achteruitgang. Haar geloof was hier zeker geen verdoving, maar hielp echt. En het was zelfs het enige dat hielp. Ook was haar geloof niet verslavend. Als Jezus niet had gevraagd wie Hem had aangeraakt, was ze waarschijnlijk zo weer doorgelopen.

In het midden van het midden van deze tekst lezen we dat Jezus zich ervan bewust werd dat er kracht uit hem was weggestroomd. Wat in het midden van de tekst staat is vaak een heel belangrijk gegeven. Hier maakt het duidelijk dat geloof iets in beweging zet. Het is niet zomaar een mening of een fantasie of een verzoek. Sterker nog, je kunt de wereld of jezelf alleen veranderen als je ergens in gelooft. Het probleem van het marxisme was dat Marx aannam dat alles vanzelf wel goed zou komen als we wat minder zouden geloven. Dat bleek natuurlijk ook niet waar te zijn.

Relatie in plaats van systeem

Maar het is wel belangrijk waarin je gelooft. De vrouw die aan bloedverlies leed, geloofde niet meer in een systeem, of in allerlei deskundigen, maar in de persoon Jezus Christus en alles waar Hij voor stond, met name de liefde van de Vader die hij belichaamde.

Net als bij Jaïrus moest er ook bij de vrouw nog wel angst worden weg­genomen. Ze was assertief, maar hield rekening met de mogelijkheid dat ze te ver was gegaan, een regel had geschonden. Zo twijfelen ook wij vaak of we iets wel mogen geloven, iets wel zeker kunnen weten, of er wel naar mogen handelen. Maar wat je uit geloof en met een rein geweten doet, kan haast niet verkeerd zijn. Laat je niet intimideren. Ook niet door omstanders die verklaren dat elke aanraking hetzelfde is, alsof er geen wonderen meer kunnen gebeuren.

Wonderen bestaan nog, maar zoals Jezus zelf aangaf is het grootste wonder het geloof. Als het maar een bewuste keuze is, geen struisvogelpolitiek. Geloof is onder meer het aangaan van een belangrijke confrontatie tussen jezelf en de rest van de wereld. Durf je los te maken van de massa (onafhankelijkheid) en tegelijk afhankelijk te maken van God. Zo slaapwandel je niet een gemeenschap van gelovigen binnen, maar wordt of blijf je er bewust onderdeel van. Zo mogen we Jezus ook tot ons horen zeggen: Wees niet bang, maar blijf geloven.

Het meest nodige

Ik wil besluiten met een gedicht van de Indiase dichter en Nobelprijswinnaar Rabindranath Tagore. Het is een gebed, dat we misschien niet allemaal mee kunnen bidden, en dat hoeft ook niet. We mogen God alles vragen, maar dit gedicht laat wel zien wat we misschien wel het meeste van God nodig hebben.

“Laat mij niet bidden om gevrijwaard te worden voor gevaren
maar om ze zonder vrees tegemoet te treden.
Laat mij niet vragen dat mijn pijn verzacht wordt,
maar dat ik de moed zal hebben om haar te doorstaan.
Laat mij niet zoeken naar bondgenoten op het slagveld van het leven,
maar laat mij vertrouwen op mijn eigen kracht.
Laat mij niet in angstige vrees smeken om gered te worden,
maar hopen op het geduld en de rust om mijn vrijheid te winnen.
Geef mij dat ik geen lafaard zal zijn, die alleen in voorspoed uw genade voelt;
maar laat me het houvast van uw hand voelen in mijn mislukkingen.”

Dat het zo moge zijn.