Op 2 augustus 2021, één dag na zijn verhuizing naar Israël, verscheen van de nederlandse opperrabijn Raphael Evers een opiniestuk in het ND over vaccinatieplicht. Hij is van mening dat de joods-bijbelse traditie zich uitspreekt vóór deze vaccinatieplicht. In de bijgevoegde afbeelding staat overigens nog de oude titel van het artikel, waarin gesproken werd over de Bijbel. Dit woord is op 3 augustus terecht vervangen door “joods-bijbelse traditie” omdat een opperrabijn nu eenmaal moeilijk een oordeel kan geven over het christelijke deel van de Bijbel, het Nieuwe Testament.
Toch zal een dergelijk opiniestuk ook door veel christenen als gezaghebbend worden beschouwd. Het is daarom belangrijk om de diverse beweringen eens goed tegen het licht te houden. De schrijver begint met de stelling dat vaccinatieplicht een politiek vraagstuk is geworden. Dat is het echter altijd al geweest, al is de politiek daar tot nu toe terughoudend mee geweest. Helaas maakt de schrijver onvoldoende onderscheid tussen vaccinatie en vaccinatieplicht. Het eerste kan zeker een religieuze dimensie hebben. Een plicht kan echter sinds de scheiding van kerk en staat, alleen worden opgelegd door de overheid. Hierover kan dus alleen worden besloten door de politiek en de rechter en daarom is het bij uitstek en terecht een politiek en juridisch onderwerp. Gelukkig ligt dit niet op het bordje van religieuze instituten.
Alles wat de rabbijn vervolgens zegt gaat dus eigenlijk, zonder dat hij het als zodanig benoemt, over een morele of spirituele plicht en niet over een juridische. Het gevaarlijke hiervan is dat wel de suggestie wordt gewekt alsof ook een juridische plicht hiermee is gelegitimeerd. En alsof iedereen die in de joods-bijbelse of joods-christelijke traditie staat ook eigenlijk voor deze dwang zou moeten zijn. Ik bestrijd dat ten zeerste. Juist als het om dwang gaat had een opperrabijn daar nadrukkelijk afstand van moeten nemen. In de Bijbel zijn ook genoeg teksten aan te halen die vrijheid en eigen verantwoordelijkheid benadrukken. En soms heeft het ook te maken met interpretatie.
Bescherming
Vervolgens stelt Evers dat een vaccinatie niet alleen onszelf beschermt, maar ook de mensen om ons heen en dat we zo onze vrijheid terugkrijgen. Dat laatste is een klakkeloos van de overheid overgenomen slogan. Inmiddels is gebleken dat zelfs gevaccineerden niet de vrijheid terugkrijgen die ze eerder genoten. Dit komt onder andere doordat zij nog steeds besmettelijk kunnen zijn en doordat een vaccinatie slechts ongeveer een half jaar beschermt. Dat ze het virus misschien minder vaak doorgeven valt weg tegen het grotere aantal contacten dat ze zich menen te kunnen veroorloven wanneer ze eenmaal “volledig” gevaccineerd zijn en weinig of geen symptomen hebben.
Hierdoor kun je ook vragen stellen bij “de positieve consequenties voor iedereen”. Gevaccineerden hebben immers geen bescherming nodig van andere gevaccineerden (hun symptomen zijn minder), terwijl niet-gevaccineerden niet worden beschermd door degenen die wel zijn gevaccineerd. Het komt erop neer dat de slogan “je doet het voor een ander” niet klopt, in ieder geval niet bij deze maatregel. Er zijn zelfs aanwijzingen dat er door de vaccinaties nieuwe en gevaarlijker varianten kunnen ontstaan. En daarmee vervalt ook de grond om iedereen te verplichten tot vaccinatie “gezien de positieve consequenties voor iedereen”.
Dodelijke consequenties
Zeer terecht zegt de opperrabijn dat het hem niet past om inbreuk te maken op de privégeloofssfeer van mensen die een andere interpretatie van de Bijbel hebben. Hij vergeet voor het gemak dat dit bij het verplicht stellen van vaccinatie nu juist wel gebeurt! Er wordt dan massaal inbreuk gemaakt op wat mensen er zelf van vinden, vanuit welke overtuiging dan ook.
Dan herhaalt hij dat de joods-bijbelse traditie zich zou uitspreken voor een vaccinatieplicht, “zeker gezien de mogelijke dodelijke consequenties van het virus”. Dat laatste is een interessante toevoeging, want het suggereert dat de toepassing van een bijbelse boodschap de boodschap zelf zou kunnen versterken of verzwakken. Dat is echter een fundamentele misvatting.
De bijbelse boodschap kan op verschillende situaties worden toegepast, bijvoorbeeld door middel van contextuele bijbel-uitleg. Dit kan zelfs leiden tot nieuwe inzichten over de reikwijdte ervan, maar de principes die ten grondslag liggen aan de oorspronkelijke boodschap zullen er niet door wijzigen. Als de principes toch lijken te wijzigen zijn er slechts twee mogelijkheden: of we hadden die principes achteraf gezien niet goed begrepen, òf we zijn bezig onze eigen inzichten op de Bijbel te projecteren.
Dan stelt de rabbijn dat verplichte inenting en religieuze tegenargumenten principiële aangelegenheden zijn. Dat is juist, maar betekent niet dat het bij de toepassing van die principes automatisch goed gaat, integendeel. Ik zal voorbeelden geven.
Levensbevel
In Deuteronomium 30:19 lijkt God het volk Israël een gebod op te leggen om voor “het leven” te kiezen. De verzen 19b en 20 luiden in de NBG-vertaling: “het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht, door de Here, uw God, lief te hebben, naar zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen, want dat is uw leven en waarborg voor een langdurig wonen in het land, waarvan de Here uw vaderen, Abraham, Isaak en Jakob, gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou.”
Volgens Evers wordt ons de vrije keuze gelaten, maar draagt God ons hier wel iets op. Dat kan natuurlijk niet allebei waar zijn. Ofwel God laat ons de vrije keuze en geeft een dringend advies, of God geeft ons geen vrije keuze. Dat laatste zou je kunnen denken aangezien er gesproken wordt over een vloek die ons treft als we verkeerd kiezen. Toch houd ik het op het eerste, omdat het hier gaat om twee soorten leven: geestelijk leven (“naar zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen is uw leven”) en letterlijk leven in het land van de belofte (“uw waarborg voor een langdurig wonen”). Dat laatste betreft een zegen, specifiek voor het volk Israël, en kan dus niet zomaar worden toegepast op het leven in het algemeen.
Leviticus 18:5
“Gij zult mijn inzettingen en verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet zal daardoor leven”. Hieruit blijkt weliswaar dat het leven gerespecteerd wordt en nagestreefd mag worden, maar de inzettingen en verordeningen zijn hier het hoofd-thema. Als deze gevolgd worden, is het leven reeds gegarandeerd. Anders kan ik deze tekst niet lezen. En daarbij lijkt het dan ook vooral te gaan om geestelijk leven.
Ook wanneer de Talmoed concludeert dat “men – door het naleven van de Bijbel – niet mag sterven” kan dit onmogelijk slaan op het letterlijke leven. Het verbieden van de letterlijke dood zou zinloos zijn, aangezien niemand zich aan dat gebod kan houden.
En tot slot is de toevoeging van rabbijn en filosoof Maimonides, die ook arts was, niet werkelijk relevant. Hij stelt dat de bijbelbepalingen “een uitdrukking zijn van barmhartigheid, liefde en vrede” en dat een andere interpretatie ketters en wreed is. Tegen het gebruik van “barmhartigheid, liefde en vrede” als hermeneutische sleutel heb ik geen enkel bezwaar, integendeel. Echter blijft onduidelijk waarom dit zou moeten leiden tot een vaccinatieplicht. Hiermee denkt men misschien barmhartig en liefdevol te zijn, maar vredelievend kan het moeilijk worden genoemd. Vooral wanneer te weinig onderscheid wordt gemaakt tussen het geestelijk leven binnen een geloofgemeenschap, het geestelijk leven in het algemeen en het lichamelijke leven, dreigt altijd het gevaar van nieuwe inquisities, kruistochten en andere vormen van vrijheidsberoving.
Leviticus 19:16, 18
Iets soortgelijks kunnen we concluderen uit de tekst “… zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen”. Het gaat hier in de eerste plaats om diverse geboden, inzettingen en verordeningen, die als resultaat hebben dat de belofte van het leven werkelijkheid wordt. Ook hier mogen niet naar believen allerlei andere geboden worden ingevuld.
Nu weet ik wel dat het in de joodse traditie niet ongebruikelijk is om door middel van allerlei commentaren het aantal regels en richtlijnen flink uit te breiden. Dit gebeurt echter pas na veel studie en onderling debat. Bovendien is het eindresultaat dan nog steeds niet boven alle twijfel verheven. Er zijn vaak meerdere uitleggingen toegestaan en de bronnen blijven bepalend. Bij het invoeren van een vaccinatieplicht wordt al deze voorzichtigheid in één keer aan de kant geschoven. Dit past volgens mij dan ook niet in de joodse traditie. Maar wellicht is dat weer iets waar ik als christen moeilijk een oordeel over kan geven.
Volgens de joodse traditie zou vers 16 traditioneel worden vertaald als “Gij zult niet werkeloos toezien hoe een ander – dus ook de eigen kinderen – zijn ondergang tegemoet gaat”, een uitvloeisel van het gebod de naaste lief te hebben als onszelf (vers 18). Als ik dit zo lees zou ik in de eerste plaats maatregelen verwachten in de sfeer van de opvoeding en de voorlichting. Maar dat is nu juist wat er in de huidige aanpak ontbreekt. Wanneer Hugo de Jonge nog durft te beweren dat de vaccins “volkomen veilig” en “voldoende getest” zijn, dan neemt hij de voorlichting niet serieus. Hij ontkent daarmee namelijk de bijwerkingen en de slechts tijdelijke goedkeuring van de vaccins, omdat de tests juist nog niet afgerond zijn. Maar volgens Evers kunnen deze stappen gevoeglijk worden overgeslagen. Volgens hem betekenen de genoemde verzen, toegepast op het heden, dat we preventief moeten ingrijpen.
Ouderlijke macht
Nog bonter wordt het wanneer Evers spreekt over het vaccineren van kinderen. Verschillende ethici zouden zich onlangs hebben uitgesproken voor dwang wanneer ouders in het nadeel van hun kinderen beslissen. Wie beslist echter wat in het nadeel van een kind is? Weet de politiek dit beter dan de ouders zelf? Wie zegt ons dat niet juist de politiek in het nadeel van onze kinderen beslist?
Onlangs nog gaf Hugo de Jonge onjuiste voorlichting over de leeftijd van waaraf een kind zelf mag beslissen. De wet zit niet voor niets zo in elkaar dat kinderen onder een bepaalde leeftijd nog niet geacht worden zelf te kunnen beslissen. Zij kunnen de consequenties nog niet goed overzien. Als je ze dan wijs maakt dat ze toch veilig zelf kunnen beslissen, en hun ouders niet hoeven te raadplegen, dan handel je juist in het nadeel van het kind! En dat zoiets gebeurt, kan alleen maar worden verklaard vanuit tegenstrijdige belangen. Ouders hebben geen commercieel of politiek belang bij vaccinaties en dienen dus niet als het even zo uitkomt tijdelijk uit hun ouderlijke macht te worden gezet.
Maar wat stelt Evers? Volgens de Bijbel zou er geen ouderlijke macht bestaan wanneer de lichamelijke integriteit van kinderen wordt bedreigd. Het probleem is dat juist de vaccinatie zelf de lichamelijke integriteit kan bedreigen. Het is namelijk aangetoond dat de bijwerkingen van het vaccin kinderen zwaarder treffen, terwijl de voordelen juist kleiner zijn. De symptomen en sterfte aan Covid-19 zijn bij hen zo goed als verwaarloosbaar ten opzichte van die bij ouderen. Alle deskundigen en politici geven dan ook toe dat de vaccinatie bij hen voornamelijk dient om anderen te beschermen. Naast wat ik hierboven heb gezegd over het betrekkelijke van deze “bescherming van anderen”, heeft dit dus ook niets te maken met de lichamelijke integriteit van het kind zelf, of het moet zijn dat deze opgeofferd wordt (vaak door partijen die daartoe niet bevoegd zijn).
De verdere uitleg die Evers geeft over het gebod om vader en moeder te eren, ondersteunt zijn betoog evenmin. Dat ouders de belangen van hun kinderen altijd voorop moeten stellen, is evident. Hoewel het in bijbelse tijden nog wel eens anders ging, ben ik blij dat volgens de joodse traditie ouders blijkbaar niet mogen bepalen met wie hun kinderen trouwen. Alleen begrijp ik niet waarom zij dan wel mogen bepalen dat hun kinderen gevaccineerd worden. Je hebt namelijk ook ouders die hun kind daarin helemaal niet vrij laten, maar die op basis van onvolledige informatie een experimenteel vaccin laten toedienen.
Integriteit
De mens heeft niet het recht zijn eigen lichamelijke integriteit aan te tasten. Dat zou volgen uit Genesis 9:5, waarin God zichzelf als eigenaar (want Schepper) van alle leven openbaart. Uit de verzen 4 en 6 blijkt echter dat het vooral gaat om respect voor het leven van de dieren en van andere mensen. Daarmee wil ik niet zeggen dat het eigen leven verwaarloosd mag worden, maar je moet je wel afvragen wanneer die integriteit precies in het geding is, aangezien de meeste mensen toch wel het goede met zichzelf voor hebben.
Ook kan deze theologische beschouwing niet 1:1 worden vertaald naar een juridisch recht of onrecht. Wat de Grondwet over lichamelijke integriteit zegt, is heel duidelijk: dat een ander er niet over mag beschikken, maar de persoon zelf wel. En dit zou elke vorm van dwang moeten uitsluiten. Tot nu toe is dit ook zo geweest, maar nu wordt kennelijk voorgesteld om voor één ziekteverwekker, die eigenlijk niet eens thuishoort op de A-lijst, een uitzondering te maken. Dit is op geen enkele manier, dus ook niet theologisch, verdedigbaar en een gevaarlijk precedent.
De wijnboer
In de eerste eeuw na Christus gaven Rabbi Ismaël en Rabbi Akiwa een zieke en zijn begeleider, een wijnboer, het advies om medische zorg in te schakelen. De mens zou zich niet kunnen ontplooien zonder medische zorg, net zoals de wijngaard niet zonder de zorg van de wijnboer kan. Hieruit leidt Evers af dat medisch ingrijpen geboden is. En vervolgens maakt hij van dit verhaal over twee rabbi’s meteen een bijbels bevel.
Wat hij blijkbaar niet voldoende beseft is dat “zorg dragen voor de gezondheid van de medemens” iets heel anders is dan het opleggen van zulke zorg. Medisch ingrijpen is alleen “geboden” wanneer die medemens dat vraagt. Daarin verschilt een mens ook behoorlijk van een wijngaard. En er is nog een belangrijk verschil. De wijnboer is eigenaar van de wijngaard, of hij handelt in opdracht van de eigenaar. De mens heeft als het goed is geen eigenaar. God kan weliswaar als eigenaar van alle leven worden gezien, maar ik denk dat het nog lastig wordt om aan te tonen dat een medicus in opdracht van God handelt wanneer hij een experimenteel vaccin toedient. Ook het dragen van verantwoordelijkheid, zoals de overheid die heeft voor haar burgers, is niet hetzelfde als eigenaarschap. Al vrees ik dat de mens, mede door dit soort vergelijkingen, wel steeds meer als eigendom wordt gezien.
Overheid en individu
Evers sluit zijn opiniestuk af met een finale demonstratie van gebrek aan onderscheid en kennis van sociale en politieke verhoudingen. Als het gaat om bijbelse bevelen ziet hij geen principieel verschil tussen overheid en individu. Beide hebben gewoon maar te gehoorzamen, zelfs als het gaat om een eigenaardige interpretatie van een legende uit de eerste eeuw. Niets sociaal contract, rechten en plichten.
Vreemd genoeg ben ik het ook nog gedeeltelijk met hem eens. Want dit betekent dat de overheid niet boven de burger staat. Maar dan zou de overheid ons ook geen zaken mogen opleggen die overduidelijk niet gebaseerd zijn op goddelijke principes. In het gunstigste geval is sprake van goed bedoelde experimenten, maar niet zelden spelen machtswellust en de commerciële belangen van grote farmaceutische en technologie-bedrijven een niet te onderschatten en groeiende rol.
Een vreemde conclusie
“Een koning moet een Thorarol schrijven en daar al zijn levensdagen uit leren”. En daaruit zou “dan ook” volgen dat de regering moet “overwegen” om vaccinatie zoveel mogelijk te bevorderen. Wat doet de regering dan momenteel? Zijn de dagelijkse reclames en waarschuwingen in het NOS journaal en de vele persconferenties niet genoeg bevordering, meer dan we ooit voor welke medische behandeling dan ook hebben gezien? Blijkbaar niet.
Evers wil bovendien een “beperkte verplichte vaccinatie” niet uitsluiten. Hij legt niet uit waaruit die beperking zou moeten bestaan, dus ik moet aannemen dat de verplichting zoveel mogelijk gecamoufleerd moet worden als een vorm van pure liefdadigheid, ook al gebeurt het met ons belastinggeld en wordt er aan corona 80 keer zoveel uitgegeven per gewonnen levensjaar dan aan enige andere ziekte. Ook een beperkte verplichting blijft echter een verplichting.
Als dit opiniestuk representatief is voor de mening van veel religieuze leiders, wat ik niet hoop, dan vrees ik voor een hernieuwd pakt tussen religies en globalistische overheden, waarbij kritiek op de één gezien wordt als kritiek op de ander en daarmee zo goed als onmogelijk wordt. De terugkeer van de theocratie op basis van een cultische interpretatie van Noachidische wetten, die zelfs met name in dit artikel worden genoemd.
Als er zo gemakkelijk wordt omgegaan met onze moderne verworvenheden en grondrechten, dan staat ons niet alleen nog een zware tijd te wachten, maar wordt ook precies het tegenovergestelde bereikt van de vrijheid die God de mens gaf in Deuteronomium 30 om voor het leven te mogen kiezen.
Geef een reactie